Uit mijn ervaring blijken 2 types uitvalgedrag het vaakst voor te komen. Wil je graag jouw hond beter begrijpen? Ontdek of zijn gedrag in 1 van de beschrijvingen past. In dit artikel hebben we het over de proactieve angsthaas. In een volgend artikel wordt het andere type beschreven.
Type 1: De proactieve angsthaas
Deze honden passen bij de uitspraak 'een grote mond maar een klein hartje'. Vanbinnen voelen ze zich erg bang, maar door een grote theatrale show op te zetten hopen ze de andere hond (of andere voorbijgangers) af te schrikken en op afstand te houden.
Ontstaan van dit gedrag
Deze honden hebben in het verleden een voor hen enge gebeurtenis meegemaakt of zijn op jonge leeftijd weinig gesocialiseerd. Hierdoor zien ze de andere hond of voorbijganger als eng.
Hoe herken je ze?
Ik voer regelmatige bij uitvallende honden een test uit: Ik plaats een 'kunsthond' aan de leiband om de hoek op een veilig, afgesloten gebied. De eigenaar komt met zijn hond naar de kunsthond gewandeld. Op het moment dat hun hond begint te blaffen laten ze de leiband vallen. Dit type hond zal hiervan schrikken en 1 van volgende gedragingen tonen:
- Zich verstoppen achter het baasje
- Proberen weglopen (vandaar enkel op een afgesloten terrein!)
- Naar de kunsthond toe lopen en op een paar meter afstand ervan blijven staan blaffen
- Naar de kunsthond toe lopen en bijten (vandaar enkel met een kunsthond!). Deze laatste reactie komt echter enkel bij de ver gevorderde gevallen voor. Deze hebben geleerd dat blaffen niet werkt of bestraft wordt. Enkel bijten werkt. De aanval is de beste verdediging.
Wat denkt dit type hond?
- Als ik doe alsof ik heel groot en sterk ben, is de kans kleiner dat de anderen mij gaan intimideren
- Als ik veel lawaai maak, zullen de anderen meer afstand houden en voel ik me veiliger
- Ik hang aan de leiband en kan niet weg, dit gedrag is mijn enige optie om aan deze enge situatie te ontkomen
- Als ik mezelf niet bescherm, zal er onvermijdelijk iets ergs gebeuren
- Ik vind dit niet leuk, ik zou liever uit de weg gaan
Welke aanpak hebben ze nodig?
Bestraffen is uit den boze bij dit type hond. Ze vinden het passeren van voorbijgangers eng en het straffen maakt de situatie enkel enger!
Het geeft hen mogelijks het gevoel dat ze weerloos zijn. Ze kunnen niet ontwijken want ze hangen aan de leiband, ze kunnen niet blaffen want dan worden ze gestraft, ze kunnen enkel ondergaan. Dit is erg deprimerend voor jouw hond.
Een andere mogelijkheid is dat ze een andere oplossing zoeken, helaas is dit dan meestal niet de gewenste oplossing. Als ik niet mag blaffen, dan zal ik proberen de andere hond te bijten als hij te dicht komt, dat zal wel werken. Als ik niet mag springen en grommen, dan zal ik proberen uit de leiband te spartelen, ...
Heel vaak werkt het straffen ook gewoon niet. Jouw hond blaft, je roept en geeft een trek aan de leiband, jouw hond schrikt en is 2 seconden stil om dan gelijk weer te beginnen blaffen. De eerste volgende hond is het gewoon weer hetzelfde scenario. De hond heeft geen nieuw gedrag geleerd en loopt keer op keer in de fout.
Maar als je niet mag straffen, wat kan je dan doen om je hond te helpen? Hoe kun je het gedrag verbeteren én jouw hond een beter gevoel geven? Dit doe je door jouw hond een correcte oplossing voor zijn probleem aan te leren. Jouw hond moet leren om jouw hulp te vragen. Bovendien moet hij er kunnen op vertrouwen dat je hem elke keer helpt, op een manier die bij hem past. Jij bent zijn baasje en zorgt voor hem, hij hoeft zich helemaal geen zorgen te maken of in te grijpen, dat doe jij wel.
De concrete oplossing verschilt van hond tot hond. Het hangt af van hoe groot zijn cirkel is. Vanaf welke afstand voelt jouw hond zich veilig? Voor sommige honden is het genoeg om de straat over te steken en zo de andere hond te passeren. Voor anderen is het geruststellend dat ze opgepakt worden en gedragen worden tot voorbij het angstaanjagend obstakel. Bij extreme gevallen is enkel omkeren en de andere richting uit gaan voldoende. Deze interventies doe je nog vóór de hond begint te blaffen. Hij moet namelijk weten dat hij zich helemaal niet hoeft aan te stellen, hij moet enkel op jou rekenen.
De bedoeling is uiteraard dat jouw ingrepen geleidelijk minder en minder drastisch worden. Hij moet op zijn eigen tempo leren dat er helemaal niets ergs gebeurt als er andere honden in de buurt zijn. Dit kun je nog versterken door het gebruik van overheerlijk snoepjes. Even een voorbeeldsituatie:
Jouw hond ziet een andere hond waar hij normaal op zou reageren. Jij zegt 'lets go' en steekt onmiddellijk de straat over en gooit een paar snoepjes op de grond terwijl jullie verder wandelen. Hij leert niet enkel dat blaffen niet nodig is, hij leert ook dat hij op jou kan rekenen én dat de andere hond iets super leuks voorspelt: Het zoeken naar snoepjes. We veranderen op deze manier de emotie van jouw hond en bijgevolg ook zijn gedrag!
Om dit allemaal goed te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat je goed kunt voorspellen wanneer jouw hond zal uitvallen. Een goed begrijp van zijn lichaamstaal is hiervoor essentieel! Observeer je hond en let op kleine signalen zoals de oren spitsen, iets harder beginnen trekken, sneller ademen, verandering in houding van de staart of het hele lichaam, staren, ... Een geniaal boek om dit onder de knie te krijgen is Hondentaal is Lichaamstaal van Martin Gaus.
Timing, personalisering en correcte uitvoering is alles. Ondervind je moeilijkheden of heb je vragen? Aarzel dan niet mij te contacteren of stel een vraag in onze Facebookgroep 'ik heb een uitvallende hond'.
In volgende artikels gaan we dieper in op dit thema. Schrijf je in op mijn blog en blijf op de hoogte van nieuwe artikels!
Comments